Geschiedenis
De geschiedenis van IJsclub Bleiswijk
De oprichting
IJsclub Bleiswijk is opgericht op 24 januari 1885.
Veertig leden betaalden ieder een gulden zodat er veertig gulden in kas was, die tegen een rente van vier procent werd uitgezet, waardoor het beginkapitaal werd verhoogd tot f 41,60.
Over de oprichting staat in het notulenboek vermeld:
“Op 24 januari 1885 werd door de Heeren G. Schuddebeurs en A. Groenewegen de wenschelijkheid uitgesproken om in navolging van andere plaatsen een IJclub op te richten. Hoofdzakelijk met het doel het aangename met het nuttige vereenigen. En om daartoe te geraken, eenige ingezetenen uit te nodigen tegen een inleg van f 1,- een hardrijderij op schaatsen te houden en daarbij levensbehoefte als prijzen te stellen voor de armen. Na daartoe het advies van den Heer Stoop, Burgemeester, alhier was ingewonnen werd op diens aanraden een vergadering belegd om te zien of het geopperde plan steun bij de ingezetenen mocht verwerven. En zo ja, een voorlopig bestuur te kiezen. De eerste vergadering werd gehouden op dinsdag 27 Januari nadat door de eerstgenoemde Heeren het plan enigszins was toegelicht en mededeling was gedaan dat de Wel. Edel. Achtb. Heer Stoop , zo er levensvatbaarheid bleek te bestaan, zich bereid verklaard had ook mede te willen werken, werd een voorlopig bestuur gekozen bestaande uit de Heeren G.W.H. Seurmondt, 2de voorzitter, A. Groenewege secretaris, J.C. Uitdenbogerd Hz penningmeester. Algemeen werd de wenschelijkheid uitgesproken dat de Heer Stoop zich het 1ste Voorzitterschap zou laten welgevallen. Een dertigtal ingezeten traden toe om als lid het genoemde plan te steunen. Hierna werd de bijeenkomst gesloten en belasten de Heeren G. Schuddebeurs , A. Groenenwegen en J.C. Uitdenbogerd zich de Heer Stoop de uitslag dezer bijeenkomst meede te deelen. Op voorstel van den Heer Stoop werd besloten om Donderdag 29 Januari weder bijeen te komen om nader op een en ander terug te komen en tevens een Reglement op te maken.”
De volgende vergadering werd gehouden in de herberg De Zwaan.
Het notulenboek vermeld voorts over deze vergadering:
“De heer P.C. Stoop opent ten 7 uur de bijeenkomst en begint aan de vergaderden voor te stellen om een IJsclub op te richten op eenigzins hechter grondslagen en wel om niet uitsluitend voor de armen dit te doen strekken, aangezien het weinig zal bate zoo er voor een 40 of 50 gulden aan de armen wordt besteed. Hij is van mening dat een lijst aan de ingezetenen aangeboden, meer belooft voor de armen en gelooft dat het beter is een IJsclub op te richten zooals er bijvoorbeeld een te Zevenhuizen bestaat en niet uitsluitend voor de armen deze gelden te bestemmen. De Heer van Leeuwen meent dat de meeste leden zijn toegetreden met het oog iets voor de armen te doen en dat dat doel nu enigszins gemist wordt. De Heer Schwitzar gelooft dat men evengoed een vlo in de Hel kan werpen dan zoo’n kleinigheid aan de armen te geven. Na eenige discussie stelt de voorzitter voor het gevoelen van de aanwezigen in te winnen. De voorzitter leest het Reglement zooals dat te Zevenhuizen in gebruik is voor en alle aanwezigen verklaren zich bereid hiertoe mee te werken. Nu wordt het klinkende bewijs gegeven door namelijk een gulden contributie te storten in handen van den Heer J.C. Uitdenbogerd Hz, voorlopig penningmeester. Het blijkt dat 40 leden zijn toegetreden. Hierna stelt de voorzitter voor negen Commissarissen te kiezen door de leden.
Waarna de Commissarissen uit hun midden een bestuur kiezen kunnen op nader te bepalen vergadering. “